Dames en heren, welkom op de eerste editie van vers geschil(d). Dit laatste tussen haakjes. Wat hieraan voorafgegaan is, was een maand titaantjesarbeid, wat minder slapen en als resultaat meer arbeid- en schrijfvreugde ofte spelplezier.
Onze gastdichter vanavond was decennialang Nederlands best bewaard poëtisch geheim en een jonge debutant, hij debuteerde in 2005.
Pom Wolff is in 1953 geboren in Amsterdam, studeerde Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam, rechten aan de Vrije Universiteit en werkt als juridisch adviseur. Pom Wolff is bestuurslid van De School der Poëzie in Amsterdam en adviseur van het Cornelis Vreeswijk Genootschap.
Zijn optredens bezorgden hem eretitels: nederlands slamfinalist 2005 en brons in Tivoli in 2006, Dichter van het jaar in Delft 2005, voorts slamjaarwinnaar 2005 van de poëzieslag in Festina Lente te Amsterdam, winnaar van Slamersfoort 2006, winnaar van het Zaans Dichtersfestival en de daaraan verbonden BRUNA poëzieprijs 2006. Simon Vinkenoog over het werk van Pom Wolff: "hij verschaft illusieloos inzicht in de werkelijkheid". Pom Wolff schrijft over vergankelijkheid van de liefde, van de liefde in deze wereld, over vergankelijkheid van de wereld. Zie www.pomgedichten.nl
Gedichten van zijn hand werden gepubliceerd in en op Bellisima Amsterdam: project de emotionele stad, O-zine, Verl@ine en in veel bloemlezingen waaronder Netwerk (de beste gedichten van Internet), Beslagen Ramen, Mijn Reservaat, De Min, Dichters in de Prinsentuin, Meulenhoff poëziekalender 2007, Gedichten voor het hart. En in de allermooiste Windroosgedichten ‘Voor een dag van morgen’.
In de befaamde Windroosreeks van uitgeverij Holland verscheen in 2005 zijn debuut “je bent erg mens”. Inmiddels uitverkocht. In 2006 gaf uitgeverij Holland zijn tweede bundel uit “toen je stilte stuurde”. Deze bundel eindigde als beste Nederlandse bundel op de vierde plaats bij de verkiezing Publieksprijs voor de beste bundel uit 2006 georganiseerd door Contrabas en Rottend staal, twee letterkundige webstekken op het internet.
Over zijn eerst bundel schreef Poëzierapport (december 2005): “(…) Strak gecomponeerd wordt het innerlijk van een mannelijk mens blootgelegd, zonder schroom worden vooroordelen op tafel gelegd, hier worden geen engelen bezongen, maar de ruwe werkelijkheidsbeleving van een individu. En die is schrijnend, navrant. Pom Wolff heeft mijns inziens een sterk debuut geschreven.” Jos van Hest over de nieuwe bundel: Ze zingen en kreunen. Ze zijn onrustig en argwanend. Ze vertederen en verlinken je tegelijkertijd. De gedichten in deze bundel van Pom Wolff. Ze barsten uit hun voegen van karigheid. Maken onverwachte grappen die geen grappen zijn. Vechten zich een weg de bundel uit. Het oog van de lezer, het oor van de luisteraar in.
Wednesday, April 4, 2007
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment